Monday, February 27

Zum Hause

Tjongejonge,

TJOOONNGEJONGEJONGEJONGE,
IK HEB IN GEEN JAREN NIET ZOO GELACHE!
TSJOOOONGEJONGEJONGEJONGE....
(*vrij naar neerlands meest bekende postpuberale nihilistisch artistotelianen van de jaren ' 90, R&R, zeg maar de Viktor en Rolf van de humor.)

enfin,wat ik zeggen wou, maar niet deed, daarom doe ik het nu maar: Ik heb in geen jaren niet zo'n raar gevoel meegemaakt als afgelopen week. Tjongejonge.. dus..
Nu is dat misschien een beetje overdreven, maar dat was t gevoel ook achteraf denk ik

Afgelopen week gingen we kijken bij een huis, dat doe je wel eens , kijken bij een huis
maar niet met een makelaar, en al helemaal niet bij een huis dat je ' wel iets lijkt' .
Het ging om een hardstikke leuke arbeiderswoning uit begin 20e eeuw (1906 oid)
hardstikke mooi, maar wat zoiets met je doet op het moment dat je dan wegloopt is
heel vreemd...
het is echt een gevoel van.. shit, wat moeten we nu, het is leuk, maar is het echt wel iets, hoe weet je dat... is dit het goede gevoel, wat willen we?
En daar zit je dan, achter je goedkopen pizza op donderdagavond stilletjes je kappertjes over de mozzarella te verdelen terwijl de beste vriendin van je zus hard zit weg te paffen met twee kortgeknipte jongens een tafel verderop.
Vreemd, een raar soort onderbuik gevoel maakt zich van je meester, alsof je lichaam voelt
dat er gevaar aankomt, maar zich ook realiseert dat het misschien ook wel iets heel leuks kan zijn.
Een dubbel gevoel dus, zoals vroeger als je dan van je fietsje was geflikkerd met voor je gevoel 150 per uur op een grindtegel en dat je moeder je dan ging troosten, maar vervolgens wel met van die gore dettol je wond ging ontsmetten, nou, vrouwen en kinderen eerst in de atoomschuilkelder (ik was jong tijdens de koude oorlog, klinkt leuk om te zeggen, klinkt heel oud, maar dit is 1985 waar ik het over heb) .
Dat gevoel dus, dat je moeder je wel troostte, dus dat het wel heel goed was, maar dat er toch iets unheimisch omheen hing, dat je al voelde; dit is heel veilig, maar toch hing er iets naars omheen. Eigenlijk is het ook een hele verkeerde parallel of metafoor of hoe je het ook noemen wil die ik er nu omheen brei, maar ik denk dat mn punt wel duidelijk is.
Einde van t liedje is: Gelukkig zijn we zaterdag teruggegaan en hebben we ons nog eens goed beraad over dit rare gevoel en kwamen tot de conclusie dat het toch niets voor ons was, al was het maar wegens de rare kleine dingetjes rondom het huis (geen bouwkundig rapport, kozijnen raar en niet gevoegd, rotte planken, donker, nah ja, unheimisch dus in de meest ware zin van het woord). HEt leuke gevoel was aan het eind van de middag weg en vervangen door een overduidelijk NEE.
Dus de dettol won dit weekend, onze wond van het goede gevoel is mooi maar pijnlijk ontsmet. En na die ontsmetting weet ik nog, dat je dan met een pleister op je knie fijn op de bank mocht zitten, tom en Jerry kijken ofzo, en dat het een heel opgelucht gevoel gaf.
Dat was dit ook, we weten nu tenminste meer dan de vorige keer. Huizen kopen is, net als bij fietsen, een leerproces met vallen en opstaan. Komt die metafore parallel of hoe t ook heet toch nog goed.
Volgende keer met kniebeschermers bij de makelaar langs dus.

Monday, February 20

Huis

Het kan niet anders,

Volwassenheid grijpt met zijn ongenadige klauwen wild om zich heen en schampt mij in zijn verwoede pogingen de mens tot allerlei stommiteiten te dwingen waarbij ze nog meer dingen gaan doen tegen hun zin, volwassen worden dus.
Na de aquisitie van een auto, een mooie rooie Golf, een grote rooie VW Golf, is het nu ook de beurt aan de huizenmarkt om door ons bestormt te worden.

Na vorige week voor het eerst in mijn leven een prachtig maar oh zo verrot huis te hebben getjekt aan de Houtmarkt in Haarlem (nr 55, tjek www.funda.nl for details if u like 2) is het komende week de beurt aan het volgende huis, waarvan ik nog lekker niet zeg waar het is.

Toch is het een raar idee, huizen, ik bedoel, we wonen nu prima, we hebben ruimte, licht, alles bij de hand om de hoek, in de buurt, van ananas tot vermoorde filmregisseur en doodgereden tasjesdieven terug via de van prins Bernhard bekende Appie Hein met vakkenvullers die via de baas w.s. goedkoop op kickboxen mogen, tot de videotheek (die savonds dicht is voor je uberhaupt zin hebt in een filmpje).
Toch knaagt t.
Je wilt iets van jezelf, iets dat je net zo kunt verkloten als je zelf wilt zonder een irritante huisbaas die toch wel zegt dat t goed is, maar toch ,je wilt gvd geen toestemming van zo'n grijze kop die zelf zn ouwedag zit te financieren over jouw hardwerkende rug (die overigens onbehaard is, maar dit terzijde)

Kortom, ik wordt volgens mij volwassen, een auto is meer kosten, meer zorgen, een huis is een soort enorme kostenpost met alleen maar stress en ellende, denk ik als ik ff helemaal in de stress schiet (wat op zichzelf al mijn stelling bewijst) en we gaan er gigantisch op verliezen et cetera et cetera.

Maar aan de andere kant is t ook prachtig om door je eigen voordeur naar binnen te kunnen en in je eigen woonkamer te kunnen staan en te zeggen,
Zo, nu eerst een bavaria,
of een sapje natuurlijk, want je moet zo teringhard werken om dat kuthuis te betalen.

Nee ff zonder grappen, ik heb er zin in.
Volwassen worden is een hoop stress, maar dat kost alle vooruitgang.
En vooruit is mooi, vooruit is goed.
Al is het maar dat als je achteruit gaat, je zo'n kramp in je nek krijgt van het achterom kijken.

Tuesday, February 14

NU EVEN NIET

in verband met nieuw aangevangen studieverplichtingen en dito zware taken in de kroeg is het ondergetekende helaas vooralsnog niet gelukt tijd en zin vrij te maken voor het creeren van een tekst langer dan deze regels.
Hoewel menigeen zich waarschijnlijk verkneukelend en gniffelend onder het mompelen van een ' zie je wel ' of 'gelukkig, geen interessante tekst waar ik me slecht over moet voelen omdat ik het niet kan', het eigen narcisme spekt op een onethische wijze waarzelfs een ABN-topman nog een puntje aan kan zuigen met zijn asociale optieregeling die als kruimels wordt wanneer met deze houding vergeleken, moet ik toch teleurstellend voor deze groep lezers van repliek dienen dat deze houding niet is veroorzaakt door, of dat er enige causaliteit zou zijn met, definitieve writersblocks danwel een permanente inactiviteit in die gebieden van de hersenen die deze teksten mogelijk maken al dan niet onder directe curatele gesteld door de door critici op zo incenstueuze wijze zelfbenoemde taalpolitie, welke mijn werk zo kritisch recenseert, getuige dit stukje.

Wednesday, February 1

Kunnen

Meestal weet ik eigenlijk niet zo goed waarover ik iets zinnigs of onzinnigs (maakt eigenlijk niet zoveel uit wat) moet opschrijven. Ik heb echter af en toe een idee waar ik van denk: He, een idee.

Zo zat ik zojuist op mijn vrije dag (vanaf volgende week een andere dag maar dit terzijde)
ineens te denken aan balans in verhoudingen.
En dan bedoel ik niet een balans in de verhouding met je konijn of je modelbouwvliegtuigje, maar een balans in een verhouding tussen jou en laten we het eens professioneel houden: je collega.

Wat is balans eigenlijk?
Wat ik onder balans versta is dat er in een werkveld zodanig afspraken zijn / worden gemaakt (worden vooral, het is natuurlijk een continu proces) dat ieder van elkaar weet wat er gedaan Moet worden en wat gedaan Kan worden.
Met andere woorden: Iedereen weet dus wie wat het beste kan en waarvoor je bij wie moet zijn. Iedere verschuiving hierin kan potentieel een onbalans veroorzaken.

Hoe bereik je deze balans: In mijn goedbedoelde en soms ook niet onsuccesvolle pogingen als rechtaarde P&O'er mijn functie uit te oefenen komt het toverwoord 'Communicatie' oftewel the Big C als eerste opduiken.
Communicatie zorgt voor helderheid en duidelijkheid bij de betrokken partijen, mits dit goed is toegepast, maar daar ga ik voor het gemak maar even vanuit.
Deze communicatie is doorlopend en eigenlijk niet meer dan het continu met elkaar uitwisselen van ervaringen, kennis en deskundigheid over voor de betrokken functionarissen noodzakelijke onderwerpen.
Wanneer dit niet goed gebeurd: Onbalans, want onduidelijk, mensen gaan dubbel werk doen, gaan werk doen zonder goede informatie en maken fouten door gebrek aan kennis et cetera.

Een tweede belangrijke component is verwachting:
in een functie is het essentieel dat duidelijk en helder is (the big C) wat iedereen moet doen en wat er van iemand verwacht wordt.
Als dit niet helder is, ik ken legio praktijkvoorbeelden waar ik nu verder niet over zal uitwijden, dan ontstaat onbalans door niet-realistische verwachtingen.
Dit gaat zowel over verwachtingen wat iemand Moet en wat iemand Kan doen.
Wat iemand Moet doen is vrij helder, dat staat vaak in een functieomschrijving en ik ken maar weinig mensen die eigenlijk niet zo goed weten wat ze moeten doen. Wanneer dit onduidelijk is moeten andere stakeholders (leidinggevenden, collegae e.d.) hierover feedback geven om het duidelijk te maken, anders ontstaat onbalans. Dit onderdeel is echter niet zo'n groot risico op onbalans als het volgende, wat iemand Kan doen.

De vraag wat iemand Kan doen, kan voor zeer grote onbalans zorgen. Wanneer iemand op de verkeerde plek zit doordat onvoldoende is gekeken naar wat iemand Kan, kan er nog zoveel gecommuniceerd worden over wat iederen moet doen aan de klussen die gedaan Moeten worden, als iemand het niet Kan, is er een probleem.

Dan kun je twee dingen doen:
Ten eerste kun je kijken waar iemand beter tot zijn/haar recht komt, dus herplaatsen of in het
uiterste geval ontslaan.
Ten tweede kun je je verwachtingen bijstellen over de betreffende persoon.

Ik merk in praktijkvoorbeelden persoonlijk dat het tweede soms het geval is en dat dit een van de grootste problemen en katalysatoren voor onbalans is.
voorbeeld: Een balans is ontstaan op basis van een werkverdeling van te verrichten taken tussen twee medewerkers
Een van de twee blijkt niet goed te Kunnen. De ander juist wel. Nu stelt de leidinggevende hierover vast: Een nieuwe balans is noodzakelijk, maar ik doe dit door degene die goed functioneert de moeilijkere taken te geven en de ander de lichtere.
Dit veroorzaakt disbalans. De medewerker die wel functioneert wordt met zwaardere taken belast omdat de ander dit niet aankan.

Dit is een nieuwe schijnbalans. De medewerker die niet functioneert wordt in de luwte gehouden en mag niet Kunnen in de functie waarvoor hij/zij eigenlijk is aangestelt. De andere medewerker wordt zwaarder belast en ook sterker afgerekend op de te bereiken doelen, want voor de te verrichten werkzaamheden is geen nieuwe bijstelling naar beneden vastgesteld. Er zijn voor het werk doelen vastgesteld en deze moeten gehaald worden. De goed functionerende medewerker kan hiervoor gaan, maar wordt geremd door de disfunctionerende collega omdat hij /zij andere werkzaamheden die de niet Kunnen collega niet kan doen overneemt. Bovendien voelt deze medewerker zich misschien opgezadelt met een ondergeschikte (letterlijk en figuurlijk) wat tot andere verhoudingen en een andere noodzaak van werkzaamheden leidt die niet altijd even goed stroken met de te behalen doelen waarvoor beide medewerkers zijn aangestelt.

De schijnbalans is dus dat er geen oplossing is voor de onbalans, maar een omgangsvorm die de onbalans versluierd.
Zolang de goed functionerende medewerker zicht schikt in deze balans is er weinig aan de hand, er is een soort staakt-het-vuren waarin de betrokken partijen elkaar eigenlijk voor de gek houden over het feit dat er geen balans is, maar een moeilijke werksituatie.

Er is echter een lange termijn gevaar dat vroeg of laat de kop op zal steken:Langzamerhand zal de goed functionerende werknemer psychich de eigen doelen bij naar beneden bijstellen de balans in het eigen werk moet immers behouden blijven, dus expliciete en impliciete, directe en indirecte doelen zullen allemaal gehaald moeten worden, maar dan maar voor een 6 in plaats van voor een 10. De teamleider stelt op zijn beurt de doelen ook bij langzamerhand naar beneden (als hij de goede collega al niet aanspreekt op zijn/haar gebrek aan inzet dat tot mindere resultaten leidt, wat niet te verwachten is want dan moet hij ook kleur bekenen naar de minder functionerende collega) en uiteindelijk wordt er van lieverlei maar een nieuw soort balans gevonden, namelijk : ' eerst wilden we punt B bereiken, maar omdat we vanaf A al problemen hebben met de mogelijkheden van het team om dit te bereiken settelen we maar voor A1.

In normaal nederlands heet zoiets: Pappen en nathouden, of voor mijn part Struisvogelpolitiek, lafheid, slecht management, geklooi, ik kan nog wel even doorgaan.
Het is dit soort onbenulligheid (nog een toepasselijke term) die onbalans in werkverhoudingen veroorzaakt, waardoor noodzakelijk werk blijft liggen.
Simpele oplossing:De juiste persoon op de juiste plaats. Dit is zoeken en misschien mismatches maken, maar heb het lef om iemand die niet Kan over te plaatsen naar een plek waar hij wel Kan, mits hij dit wil.

Het derde punt is namelijk Willen.
Maar daarover heb ik geen zin meer om wat te schrijven.
Ik heb namelijk een vrije dag.
Ik Kan het wel maar ik Moet niet en ik Wil ook niet.
Ik plaats mijzelf dus gauw over naar een leukere activiteit
Ik moet enslotte aan mijn balans denken

Rex Mundus MVDW est

My photo
Haarlem, Netherlands
Unshaved but Wellbehaved

KLIK VOOR HARDE ACTIE!